DINO PIANA - AL GIR DAL BUGHI

Artiest info
 
facebook

Label : jando music
Distr. : Xango

Dino Piana (1930, Refrancore, Italië) speelt ventieltrombone, hij maakte albums met het Basso Valdambrini Quintet, met muzikanten als Carlo Rossi, Kai Windig, Lars Gullin, Gianni Bergameli en het Jacques Pelzer Quartet. DIt album is het 11de onder Dino’s eigen naam of als sideman, hij is een van de historische vaders van de moderne jazz in Italië en een bron van inspiratie voor alle jonge trombonisten in de komende jaren. Het album is een eerbetoon aan Dino op initiatief van zijn levenslange vriend Enrico Rava in samenwerking met Dino’s zoon Franco Piana. Beiden maken deel uit van het sextet dat hier te horen is en wel op de flugelhorn, verder horen we Julian Oliver Mazzariello op piano, Gabriele Evangelista op contrabas, Roberto Gatto op drums en uiteraard Dino Piana op ventieltrombone.

De titel van het album “Al gir dal bughi” verwijst naar een gebeurtenis meer dan 60 jaar geleden toen Enrico Rava voor het eerst Dino Piana ontmoette Turijn 1958. “Wij waren nog geen 20 en gek op jazz, naieve amateurs en een beetje onhandig, we hielden iedere zondagmorgen jamsessies, misten er nooit eentje. Op een morgen, we zouden juist beginnen, toen er een jonge kerel verscheen, zo’n 10 jaar ouder dan wij, samen met zijn broer die een ventieltrombone droeg zonder koffer. Timide vroeg hij: heb je bezwaar als ik een paar nummers meespeel? Met plezier antwoordde ik. Wat gaan we spelen ? Wat dacht je van een blues in F ? Coa l’`e l’blues (wat is blues?) gelach en ironische blikken gingen rond, Maurizio, de pianist speelde een blues akkoord voor hem. Het gezicht van de trombone speler lichtte op en nu rustig zei hij tegen zijn broer “A l’è a’l gir dal bughi” (Het is de harmonische akkoord progressie van Boogie Woogie), gegiechel alom. Toen begonnen we te spelen en hij nam de eerste solo, het was buitengewoon, zo vloeiend en duidelijk dat wij bijna omvielen van verbazing. Als van een heel andere planeet, dat is Dino Piana en binnen twee jaar werd hij een van de grootste Italiaanse jazz spelers, een van de meest gekoesterde en gevraagde in Europa. Zelfs nu, op zijn 90ste is het maken van muziek met hem een van de grootste genoegens. Maar het meest belangrijke van die ochtend, 62 jaar geleden, is het feit dat ik de persoon ontmoette die mijn dierbaarste vriend werd” aldus Enrico Rava in het cd boekje. Ook zoon Franco Piana wijdt enkele regels aan dit album, hij was bijzonder geëmotioneerd om mee te spelen op dit nieuwe album van zijn vader, ook een wens van Rava. Hij dacht weer aan de momenten dat hij met zijn vader naar platen luisterde of als hij probeerde te improviseren op een blues, hij werd begeleid door de walking bass van zijn vader op de trombone. Allemaal geweldige ervaringen, maar hij was toch lichtelijk bezorgd want een album maken op 90 jarige leeftijd en dat na enkele jaren van inactiviteit zou niet meevallen. Maar na de eerste noten van Dino waren al die zorgen van de baan. En ik moet eerlijk toegeven, geen moment had ik het idee bij het beluisteren van dit album dat ik hier een 90 jarige prachtig trombone hoorde spelen. Net zoals dat het geval was met de 90 jarige pianist Martial Solal bij diens afscheid concert in 2019 of op het album “90” van trompettist Ack van Rooyen.

Geen eigen nummers hier maar een negental klassiekers en verrassingen, afgetrapt wordt er met “When lights are low” van Benny Carter en Spencer Williams. Vergeleken met de gewone trombone zou het bereik van de ventieltrombone minder groot moeten zijn door het ontbreken van de schuif, maar daar hoor ik niets van in het dynamische en beheerste geluid van Dino. De drie koperinstrumenten klinken heel fraai samen, hetgeen goed is te horen in het swingende “Bernie’s Tune” van Bernie Miller, bekend geworden in de uitvoering van Gerry Mulligan en Chet Baker op het gelijknamige album uit 1952. Dino speel hier de ziel uit zijn lijf, fantastisch. “Polka Dot zand Moonbeams” van Burke en Van Heusen is een echte klassieker en terecht het is een mooie ballad, gevoelvol vertolkt door Dino en zijn trawanten. Een nummer van Thelonius Monk mocht natuurlijk niet ontbreken, het werd het bekende “Rhythm a Ning” dat hier een stomende uitvoering krijgt. Enrico Rava is een van mijn jazzhelden en dat bewijst hij hier weer ten volle, overigens is pianist Mazzariello hier ook uitermate op dreef. Tot de hoogtepunten behoort zeker het aparte “When will the blues leave” van Ornette Coleman, een favoriet nummer van veel jazzmuzikanten, ik kwam het al diverse keren tegen bij de laatste recensies. Afgesloten wordt er met “Line for Lions” van Gerry Mulligan, een perfect vehikel voor de kopersectie en een mooie finale van een perfect album.

Jan van Leersum.